Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

plus

zelfstandig naamwoord

1 plus

A useful or valuable quality.

synoniem: asset.

Nederlands: aanwinst, activa, pluspunt
Pools: zaleta, pozytyw, przymiot, walor, dobra strona, wartość, plus, atut, mocna strona

2 plus

The arithmetic operation of summing; calculating the sum of two or more numbers:
— Four plus three equals seven.

synoniemen: addition, summation.

Nederlands: optelling, sommatie
Pools: podsumowywanie, dodawanie, sumowanie, podliczanie

bijvoeglijk naamwoord

1 plus

On the positive side or higher end of a scale.

Pools: plusowy, dodatni, dodatny

2 plus

Involving advantage or good:
— A plus (or positive) factor.

synoniem: positive.

Pools: dodatni


bijwoord

Roget 37: au reste [Fr.], in addition, more, plus, extra; and, also, likewise, too, furthermore, further, item; and also, ... meer laten zien

Moby betekeniswoordenboek: above, accessory, add, added, added to, addend, addition, additional, additionally, adjoin, advantage, affix, again, agglutinate, aggrandize, all included, along with, also, altogether, among other things ... meer laten zien.

Vind elders meer over plus: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0404