Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

sprawl

zelfstandig naamwoord

1 sprawl

An aggregation or continuous network of urban communities.

synoniemen: conurbation, urban sprawl.

Nederlands: stadsuitbreiding, agglomeratie, conurbatie, stadsgewest
Pools: konurbacja

2 sprawl

An ungainly posture with arms and legs spread about.

synoniem: sprawling.

Nederlands: uitlopen

werkwoord

1 sprawl

Sit or lie with one's limbs spread out.

Roget 213: be horizontal etc. adj.; lie, recline, couch; lie down, lie flat, lie prostrate; sprawl, loll, sit down.    render horizontal etc. ... meer laten zien

Roget 306: descend; go down, drop down, come down; fall, gravitate, drop, slip, slide, rappel, settle; plunge, plummet, ... meer laten zien

Roget 200: be long etc. adj.; stretch out, sprawl; extend to, reach to, stretch to; make a long arm, drag its slow length along.   " render long etc. adj.; ... meer laten zien

Nederlands: verspreiden, armen en benen uitspreiden

2 sprawl

Go, come, or spread in a rambling or irregular way.

synoniem: straggle.


Moby betekeniswoordenboek: accubation, accumbency, be lengthy, be prolonged, bed, bed down, belong, branch, branch out, capsize, careen, come a cropper, couch, crane, crawl, cropper, culbute, curl up, decumbency, deploy ... meer laten zien.

Vind elders meer over sprawl: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0499