Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

spread out

werkwoord

1 spread out

Move outward.

synoniemen: diffuse, fan out, spread.

Nederlands: uitwaaieren, uitzwermen, verspreiden

2 spread out

Set out or stretch in a line, succession, or series.

synoniem: string out.

3 spread out

Strew or distribute over an area.

synoniemen: scatter, spread.

4 spread out

Extend in one or more directions.

synoniem: expand.

5 spread out

Turn outward.

synoniemen: rotate, splay, turn out.

6 spread out

Move away from each other.

synoniemen: disperse, dissipate, scatter.

7 spread out

Spread out or open from a closed or folded state.

synoniemen: open, spread, unfold.

Roget 194: become larger etc. (large) etc. 192; expand, widen, enlarge, extend, grow, increase, incrassate, swell, gather; ... meer laten zien

Nederlands: ontvouwen, openvouwen, uitvouwen


Vind elders meer over spread out: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0487