Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

stigmata

zelfstandig naamwoord

1 stigmata

Marks resembling the wounds on the crucified body of Christ.


Vind elders meer over stigmata: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

stigma

zelfstandig naamwoord

1 stigma

The apical end of the style where deposited pollen enters the pistil.

Nederlands: stempel
Pools: znamiÄ™

2 stigma

A symbol of disgrace or infamy.

synoniemen: brand, mark, stain.

Roget 874: disrepute, discredit; ill repute, bad repute, bad name, bad odor, bad favor, ill name, ill odor, ill favor; disapprobation etc. 932; ingloriousness, ... meer laten zien

3 stigma

An external tracheal aperture in a terrestrial arthropod.

4 stigma

A skin lesion that is a diagnostic sign of some disease.

Nederlands: stigma
Pools: stygmat


Moby betekeniswoordenboek: abscess, androecium, anther, aposteme, aspersion, attaint, badge of infamy, bar sinister, baton, bed sore, bend sinister, besmirchment, birthmark, black eye, black mark, blain, blaze, bleb, blemish, blister ... meer laten zien.

Vind elders meer over stigma: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0792