Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

smear

zelfstandig naamwoord

1 smear

Slanderous defamation.

synoniemen: malignment, vilification.

2 smear

A thin tissue or blood sample spread on a glass slide and stained for cytologic examination and diagnosis under a microscope.

synoniemen: cytologic smear, cytosmear.

Nederlands: uitsmeren, smeren
Pools: rozmaz

3 smear

A blemish made by dirt.

synoniemen: blot, daub, slur, smirch, smudge, spot.

Nederlands: schandvlek, klad, smet, vlek
Pools: plama

4 smear

An act that brings discredit to the person who does it.

synoniemen: blot, smirch, spot, stain.

Pools: plama

werkwoord

1 smear

Stain by smearing or daubing with a dirty substance.

2 smear

Make a smudge on; soil by smudging.

synoniemen: blur, smudge, smutch.

Roget 653: be unclean, become unclean etc. adj.; rot, putrefy, ferment, fester, rankle, reek; stink etc. 401; mold, ... meer laten zien

3 smear

Cover (a surface) by smearing (a substance) over it:
— Smear the wall with paint.

synoniem: daub.

Nederlands: lasteren, uitsmeren

4 smear

Charge falsely or with malicious intent; attack the good name and reputation of someone.

synoniemen: asperse, besmirch, calumniate, defame, denigrate, slander, smirch, sully.

Nederlands: kleineren, denigreren, smaden, roddelen, kwaadspreken, vals beschuldigen, bekladden, belasteren, bezwadderen, lasteren ... meer laten zien


Moby betekeniswoordenboek: anoint, apply paint, asperse, aspersion, attack, attaint, badge of infamy, bar sinister, baton, beat, bedaub, bedizen, beeswax, befoul, begild, begrime, bend sinister, besmear, besmirch, besmoke ... meer laten zien.

Vind elders meer over smear: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0491