Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

trusty

zelfstandig naamwoord

1 trusty

A convict who is considered trustworthy and granted special privileges.

bijvoeglijk naamwoord

1 trusty

Worthy of trust or belief.

synoniem: trustworthy.

Roget 939: upright; honest, honest as daylight; veracious etc. 543; virtuous etc. 944; honorable; fair, right, just, equitable, ... meer laten zien


Moby betekeniswoordenboek: POW, believable, cageling, calculable, captive, chain gang, childlike, colorable, con, conceivable, confiding, convict, credible, credulous, dependable, dependent, depending, detenu, ex-convict, faithful ... meer laten zien.

Vind elders meer over trusty: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0357