Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

unify

werkwoord

1 unify

Become one.

synoniemen: merge, unite.

2 unify

To bring or combine together or with something else.

synoniemen: amalgamate, commix, mingle, mix.

Nederlands: mengen, mixen, mĂȘleren, vermengen

3 unify

Bring together for a common purpose or action or ideology or in a shared situation.

synoniem: unite.

Nederlands: verenigen

4 unify

Act in concert or unite in a common purpose or belief.

synoniem: unite.

Nederlands: aaneensluiten, groeperen, scharen, verenigen

5 unify

Join or combine.

synoniemen: merge, unite.

Nederlands: samenkomen, fusioneren, samenvoegen, fuseren, samengaan


Moby betekeniswoordenboek: accouple, accumulate, add, agglutinate, amalgamate, amass, arrange, articulate, assemble, assimilate, associate, band, bind, blend, bond, bracket, bridge, bridge over, bring together, cement ... meer laten zien.

Vind elders meer over unify: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0371