Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

vacuum

zelfstandig naamwoord

1 vacuum

The absence of matter.

synoniem: vacuity.

Roget 334: gaseity; vaporousness etc. adj.; flatulence, flatulency; volatility; aeration, aerification.    elastic fluid, gas, air, vapor, ether, ... meer laten zien

2 vacuum

An empty area or space:
— Without their support he'll be ruling in a vacuum.

synoniemen: emptiness, vacancy, void.

Roget 187: absence; inexistence etc. 2; nonresidence, absenteeism; nonattendance, alibi.    emptiness etc. adj.; void, vacuum; ... meer laten zien

Nederlands: vrije kamer, gaping, hiaat, lacune, leegte, leemte, manco, vacuüm

3 vacuum

A region that is devoid of matter.

synoniem: vacuity.

Nederlands: luchtledig, vacuüm

4 vacuum

An electrical home appliance that cleans by suction.

synoniem: vacuum cleaner.

Nederlands: stofzuigen, stofzuiger
Pools: odkurzacz

werkwoord

1 vacuum

Clean with a vacuum cleaner:
— Vacuum the carpets.

synoniemen: hoover, vacuum-clean.

Nederlands: stofzuigen


Moby betekeniswoordenboek: absence, absence of mind, blank, blankness, broom, brush, brush off, clean slate, deprivation, emptiness, empty space, empty-headedness, hollowness, inanity, jejunity, mental void, negation, negativeness, negativity, nihility ... meer laten zien.

Vind elders meer over vacuum: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0469