Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

hiatus

zelfstandig naamwoord

1 hiatus

An interruption in the intensity or amount of something.

synoniemen: abatement, reprieve, respite, suspension.

Roget 187: absence; inexistence etc. 2; nonresidence, absenteeism; nonattendance, alibi.    emptiness etc. adj.; void, vacuum; ... meer laten zien

Roget 198: interval, interspace; separation etc. 44; break, gap, opening; hole etc. 260; chasm, hiatus, caesura; ... meer laten zien

Nederlands: korting, afslag, reductie, vermindering

2 hiatus

A missing piece (as a gap in a manuscript).

Nederlands: leegte, lacune, gemis, leemte, hiaat

3 hiatus

A natural opening or perforation through a bone or a membranous structure.

synoniem: foramen.


Moby betekeniswoordenboek: aperture, arrearage, breach, break, broaching, caesura, cavity, cessation, chasm, check, clearance, clearing, cleft, crack, defalcation, defect, deficiency, deficit, disclosure, discontinuity ... meer laten zien.

Vind elders meer over hiatus: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0321