Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

validity

zelfstandig naamwoord

1 validity

The quality of being valid and rigorous.

synoniemen: cogency, rigor, rigour.

Roget 157: power; potency, potentiality; jiva; puissance, might, force, energy etc. 171; dint; right hand, right arm; ... meer laten zien

Nederlands: overredingskracht, overtuigingskracht, geldigheid, gelding, validiteit
Pools: celność, udaność, zręczność

2 validity

The quality of having legal force or effectiveness.

synoniem: validness.

Nederlands: geldigheid


Moby betekeniswoordenboek: actionability, admissibility, admissibleness, advantageousness, agreeableness, allowableness, amperage, applicability, armipotence, auspiciousness, authenticity, authoritativeness, authority, beef, beneficialness, benevolence, benignity, black power, brute force, calculability ... meer laten zien.

Vind elders meer over validity: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0334