Engelse synoniemen over ons - contact  

veracity

zelfstandig naamwoord

1 veracity

Unwillingness to tell lies.

Roget 494: fact, reality etc. (existence) 1; plain fact, plain matter of fact; nature etc. (principle) 5; truth, verity; gospel, ... meer laten zien

Roget 543: veracity; truthfulness, frankness, etc. adj.; truth, sincerity, candor, unreserve, honesty, fidelity; plain dealing, bona fides [Lat.]; love of truth; ... meer laten zien

Roget 939: probity, integrity, rectitude; uprightness etc. adj.; honesty, faith; honor; bonne foi [Fr.], good faith, bona fides [Lat.]; purity, clean hands.    ... meer laten zien

Nederlands: waarheidsgetrouwheid, rechtschapenheid, braafheid, eerlijkheid, waarachtigheid, openheid, openhartigheid, oprechtheid


Moby betekeniswoordenboek: absolute credibility, accuracy, actuality, correctness, credibility, eternal verities, exactness, fact, factualness, frankness, good sooth, gospel, historical truth, historicity, honesty, reality, sooth, the true, trueness, truism ... meer laten zien.

Vind elders meer over veracity: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0387