Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

Thatch

zelfstandig naamwoord

1 thatch

Hair resembling thatched roofing material.

Roget 223: covering, cover; baldachin, baldachino, baldaquin; canopy, tilt, awning, tent, marquee, tente d'abri [Fr.], umbrella, parasol, sunshade; ... meer laten zien

2 thatch

Plant stalks used as roofing material.

3 Thatch

An English pirate who operated in the Caribbean and off the Atlantic coast of North America (died in 1718).

synoniemen: Blackbeard, Edward Teach, Edward Thatch, Teach.

4 thatch

A house roof made with a plant material (as straw).

synoniem: thatched roof.

Nederlands: strobedekking, strodak
Pools: strzecha

werkwoord

1 thatch

Cover with thatch.


Moby betekeniswoordenboek: board, brick, clapboard, crop, face, fleece, glass, glaze, head, head of hair, lath, locks, mane, mat, mop, paper, plank, revet, shag, shake ... meer laten zien.

Vind elders meer over Thatch: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0207