Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

umbrella

zelfstandig naamwoord

1 umbrella

A lightweight handheld collapsible canopy.

Roget 223: covering, cover; baldachin, baldachino, baldaquin; canopy, tilt, awning, tent, marquee, tente d'abri [Fr.], umbrella, parasol, sunshade; ... meer laten zien

Roget 424: shade; awning etc. (cover) 223; parasol, sunshade, umbrella; chick; portiere; screen, curtain, shutter, blind, ... meer laten zien

Roget 666: refuge, sanctuary, retreat, fastness; acropolis; keep, last resort; ward; prison etc. 752; asylum, ark, ... meer laten zien

Pools: parasolka

2 umbrella

A formation of military planes maintained over ground operations or targets.

3 umbrella

Having the function of uniting a group of similar things.

Nederlands: parasol, koepel, koepelorganisatie

bijvoeglijk naamwoord

1 umbrella

Covering or applying simultaneously to a number of similar items or elements or groups.

Pools: parasolowy


Moby betekeniswoordenboek: aegis, agency, air cover, air raid, air support, arm guard, awning, backstop, beach umbrella, blind, bombing, brolly, buffer, bulwark, bumbershoot, bumper, chute, contraceptive, copyright, cover ... meer laten zien.

Vind elders meer over umbrella: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.043