Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

wrapping

zelfstandig naamwoord

2 wrapping

An enveloping bandage.

synoniem: swathe.

Roget 223: covering, cover; baldachin, baldachino, baldaquin; canopy, tilt, awning, tent, marquee, tente d'abri [Fr.], umbrella, parasol, sunshade; ... meer laten zien


Moby betekeniswoordenboek: ambient, bandage, bandaging, binder, binding, blanketing, blocking, blotting out, cementwork, circling, circumambient, circumferential, circumflex, circumfluent, circumfluous, circumjacent, cloaking, clouding, coating, coverage ... meer laten zien.

Vind elders meer over wrapping: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

wrap

zelfstandig naamwoord

1 wrap

Cloak that is folded or wrapped around a person.

synoniem: wrapper.

2 wrap

A sandwich in which the filling is rolled up in a soft tortilla.

3 wrap

The covering (usually paper or cellophane) in which something is wrapped.

synoniemen: wrapper, wrapping.

Pools: owijka

werkwoord

1 wrap

Arrange or fold as a cover or protection:
— Wrap the baby before taking her out.
— Wrap the present.

synoniem: wrap up.

Roget 223: cover; superpose, superimpose; overlay, overspread; wrap etc. 225; encase, incase; face, case, veneer, ... meer laten zien

Roget 225: invest; cover etc. 223; envelope, lap, involve; inwrap, enwrap; wrap; fold up, wrap up, lap up, muffle up; ... meer laten zien

Nederlands: inpakken

2 wrap

Arrange or or coil around:
— She wrapped her arms around the child.

synoniemen: roll, twine, wind.

Nederlands: omwinden

3 wrap

Enclose or enfold completely with or as if with a covering.

synoniemen: enclose, enfold, envelop, enwrap.

Nederlands: inwikkelen, inpakken, omvatten, inkapselen, omhullen, omsluieren

4 wrap

Crash into so as to coil around.


Moby betekeniswoordenboek: apparel, array, attire, bale, band, bandage, bandaging, bedeck, bedrape, beleaguer, belt, bend, beset, besiege, bind, bind up, binder, binding, blockade, bound ... meer laten zien.

Vind elders meer over wrap: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0806