Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

appoint

werkwoord

1 appoint

Create and charge with a task or function.

synoniemen: constitute, name, nominate.

Roget 755: commission, delegate, depute; consign, assign; charge; intrust, entrust; commit, commit to the hands of; authorize etc. (permit) 760.    ... meer laten zien

Roget 786: apportion, divide; distribute, administer, dispense; billet, allot, detail, cast, share, mete; portion out, parcel out, dole out; ... meer laten zien

Nederlands: aanstellen, aanwijzen, benoemen, designeren, maken

2 appoint

Assign a duty, responsibility or obligation to:
— He was appointed deputy manager.

synoniem: charge.

Roget 741: command, order, decree, enact, ordain, dictate, direct, give orders.    prescribe, set, appoint, mark out; set a task, prescribe a task, ... meer laten zien

Nederlands: bepalen, beschikken, vaststellen

3 appoint

Furnish.


Moby betekeniswoordenboek: accouter, allocate, allot, appropriate to, arm, arrange, assign, assign to, authorize, choose, commission, decorate, decree, delegate, demand, deputize, designate, destinate, destine, detail ... meer laten zien.

Vind elders meer over appoint: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0325