Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

construct

zelfstandig naamwoord

1 construct

An abstract or general idea inferred or derived from specific instances.

synoniemen: concept, conception.

Nederlands: opvatting, construeren, ontwerp, model, begrip, concept
Pools: koncept, minuta

werkwoord

1 construct

Make by combining materials and parts:
— Some eccentric constructed an electric brassiere warmer.

synoniemen: build, make.

Nederlands: bouwen, timmeren

2 construct

Put together out of artificial or natural components or parts.

synoniemen: fabricate, manufacture.

Roget 161: produce, perform, operate, do, make, gar, form, construct, fabricate, frame, contrive, manufacture; weave, ... meer laten zien

Nederlands: fabriceren

3 construct

Draw with suitable instruments and under specified conditions.

4 construct

Create by linking linguistic units.

5 construct

Create by organizing and linking ideas, arguments, or concepts.

6 construct

Reassemble mentally:
— Reconstruct the events of 20 years ago.

synoniemen: reconstruct, retrace.

Nederlands: construeren


Moby betekeniswoordenboek: architecture, assemble, build, build up, building, cast, combine, compose, compound, concoct, consist of, constitute, construction, create, devise, edifice, elaborate, embody, enter into, erect ... meer laten zien.

Vind elders meer over construct: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0471