Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

mountaineer

zelfstandig naamwoord

1 mountaineer

Someone who climbs mountains.

synoniem: mountain climber.

Roget 268: traveler, wayfarer, voyager, itinerant, passenger, commuter.    tourist, excursionist, explorer, adventurer, mountaineer, hiker, backpacker, ... meer laten zien

Nederlands: alpinist, bergbeklimmer, kletteraar, klimmer
Pools: górołaz

werkwoord

1 mountaineer

Climb mountains for pleasure as a sport.

Nederlands: bergbeklimmen, kletteren


Moby betekeniswoordenboek: adventurer, alpinist, ascender, astronaut, backwoodsman, briar-hopper, brush ape, bumpkin, bushman, camper, clam digger, climber, clodhopper, comers and goers, commuter, cosmopolite, cracker, cragsman, cruiser, desert rat ... meer laten zien.

Vind elders meer over mountaineer: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0369