Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

fray

zelfstandig naamwoord

1 fray

A noisy fight.

synoniemen: affray, disturbance, ruffle.

Roget 720: contention, strife; contest, contestation; struggle; belligerency; opposition etc. 708.    controversy, polemics; debate etc. (discussion) ... meer laten zien

werkwoord

1 fray

Wear away by rubbing:
— The friction frayed the sleeve.

synoniem: frazzle.

2 fray

Cause friction.

synoniemen: chafe, fret, rub, scratch.

Roget 331: rub, scratch, scrape, scrub, slide, fray, rasp, graze, curry, scour, polish, rub out, wear down, gnaw; ... meer laten zien

Nederlands: aanlopen, oplopen


Moby betekeniswoordenboek: ablate, abrade, abrase, abrasion, action, aerial combat, affray, altercation, armored combat, bark, battle, battle royal, blemish, bloody, brawl, break, broil, brush, bullfight, burn ... meer laten zien.

Vind elders meer over fray: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0453