Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

fascia

zelfstandig naamwoord

1 fascia

A sheet or band of fibrous connective tissue separating or binding together muscles and organs etc.

synoniem: facia.

Roget 205: filament, line; fiber, fibril; funicle, vein; hair, capillament, cilium, cilia, pilus, pili; tendril, gossamer; ... meer laten zien

Roget 247: circularity, roundness; rotundity etc. 249.    circle, circlet, ring, areola, hoop, roundlet, annulus, annulet, ... meer laten zien

Nederlands: uithangbord
Pools: powięź

2 fascia

Instrument panel on an automobile or airplane containing dials and controls.

synoniem: dashboard.

Nederlands: instrumentenpaneel, instumentenpaneel, dashboard
Pools: deska rozdzielcza


Moby betekeniswoordenboek: Mystik tape, Scotch tape, adhesive tape, anklet, armlet, band, bandage, batten, belt, bracelet, cellophane tape, cincture, cingulum, cloth tape, collar, collarband, earring, ecliptic, equator, fillet ... meer laten zien.

Vind elders meer over fascia: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0292