Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

eye

zelfstandig naamwoord

1 eye

The organ of sight.

synoniemen: oculus, optic.

Roget 441: vision, sight, optics, eyesight.    view, look, espial, glance, ken [Scot.], coup d'oeil [Fr.]; glimpse, glint, peep; gaze, ... meer laten zien

Roget 247: circularity, roundness; rotundity etc. 249.    circle, circlet, ring, areola, hoop, roundlet, annulus, annulet, ... meer laten zien

Nederlands: kijker, kijkers, oog
Pools: oko

2 eye

Good discernment (either visually or as if visually).

Pools: oko

3 eye

Attention to what is seen.

Pools: oko

4 eye

An area that is approximately central within some larger region:
— They were in the eye of the storm.

synoniemen: center, centre, heart, middle.

Nederlands: hart, kern
Pools: centrum

5 eye

A small hole or loop (as in a needle).

Nederlands: gezichtsorgaan, oculus, naaldoog, kijker, oog

werkwoord

1 eye

Look at.

synoniem: eyeball.

Roget 441: see, behold, discern, perceive, have in sight, descry, sight, make out, discover, distinguish, recognize, spy, espy, ken [Scot.]; ... meer laten zien

Nederlands: aanblikken, aankijken, aanzien


Moby betekeniswoordenboek: Anschauung, Sherlock, Sherlock Holmes, accountability, air hole, amaurosis, angle, angle of vision, annulet, armhole, assumption, attend, attitude, auspices, baby blues, banjo eyes, basis, be vigilant, be watchful, beagle ... meer laten zien.

Vind elders meer over eye: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0407