Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

filling

zelfstandig naamwoord

1 filling

Any material that fills a space or container.

synoniem: fill.

Roget 52: completeness etc. adj.; completion etc. 729; integration; allness.    entirety; perfection etc. 650; solidity, ... meer laten zien

Roget 224: lining, inner coating; coating etc. (covering) 223; stalactite, stalagmite.    filling, stuffing, wadding, padding.    wainscot, ... meer laten zien

Nederlands: vulling, vulsel
Pools: wypełnienie

2 filling

Flow into something (as a container).

3 filling

A food mixture used to fill pastry or sandwiches etc..

Pools: nadzienie

4 filling

The yarn woven across the warp yarn in weaving.

synoniemen: pick, weft, woof.

Nederlands: woef, waf, breedtedraad, inslag
Pools: wątek tkacki, wątek

5 filling

dentistry A dental appliance consisting of any of various substances (as metal or plastic) inserted into a prepared cavity in a tooth.

Nederlands: plombeersel, tandvulling

6 filling

The act of filling something.

Nederlands: plamuurwerk
Pools: nabicie


Moby betekeniswoordenboek: battology, bedizenment, bonus, bush, bushing, cloying, cloysome, complemental, complementary, completing, completive, completory, components, consummative, consummatory, contents, culminative, decoration, doubling, doublure ... meer laten zien.

Vind elders meer over filling: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0514