Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

finance

zelfstandig naamwoord

1 finance

The commercial activity of providing funds and capital.

Roget 800: money, legal tender; money matters, money market; finance; accounts etc. 811; funds, treasure; capital, stock; assets etc. ... meer laten zien

Roget 811: accounts, accompts; commercial arithmetic, monetary arithmetic; statistics etc. (numeration) 85; money matters, finance, budget, bill, score, reckoning, ... meer laten zien

2 finance

The branch of economics that studies the management of money and other assets.

Nederlands: financiering, financiƫn
Pools: finanse

3 finance

The management of money and credit and banking and investments.

Pools: gospodarka finansowa

werkwoord

1 finance

Obtain or provide money for.

Nederlands: bekostigen, financieren

2 finance

Sell or provide on credit.


Moby betekeniswoordenboek: accounting, acknowledge, afford support, aid, angel, assets, assist, back, bank, banking, bankroll, bear, bear out, bear the expense, bear up, bolster, bolster up, business, buttress, capital ... meer laten zien.

Vind elders meer over finance: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0532