Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

wad

zelfstandig naamwoord

1 wad

A small mass of soft material.

2 wad

often followed by `of' A large number or amount or extent:
— A wad of money.

synoniemen: batch, deal, flock, good deal, great deal, hatful, heap, lot, mass, mess ... meer laten zien.

Roget 800: money, legal tender; money matters, money market; finance; accounts etc. 811; funds, treasure; capital, stock; assets etc. ... meer laten zien

Nederlands: bende, berg, boel, bom, bulk, bups, een groot aantal, hoop, kluit, kwak ... meer laten zien
Pools: legion, zastęp, armia, tabun

3 wad

A wad of something chewable as tobacco.

synoniemen: chaw, chew, cud, plug, quid.

Nederlands: pruim, tabakspruim

werkwoord

1 wad

Compress into a wad:
— Wad paper into the box.

synoniemen: bundle, compact, pack.

Roget 224: line, stuff, incrust, wad, pad, fill.   

2 wad

Crowd or pack to capacity.

synoniemen: chock up, cram, jam, jampack, ram.

Nederlands: proppen


Moby betekeniswoordenboek: accumulation, acervation, agglomerate, agglomeration, aggregate, aggregation, amassment, bankroll, batch, block, bomb, boodle, brim, bulk, bundle, ceil, charge, chock, chunk, clamp ... meer laten zien.

Vind elders meer over wad: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0459