Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

go by

werkwoord

1 go by

Pass by.

synoniemen: elapse, glide by, go along, lapse, pass, slide by, slip away, slip by.

Roget 109: elapse, lapse, flow, run, proceed, advance, pass; roll on, wear on, press on; flit, fly, slip, ... meer laten zien

Nederlands: omgaan, verglijden, verlopen, verstrijken, vervlieden, vlieden, voorbijgaan

2 go by

Move past.

synoniemen: go past, pass, pass by, surpass, travel by.

Roget 122: be past etc. adj.; have expired etc. adj., have run its course, have had its day; pass; pass by, go by, pass away, go away, pass off, ... meer laten zien

Roget 303: transgress, surpass, pass; go beyond, go by; show in front, come to the front; shoot ahead of; steal a march upon, steal a gain upon.    overstep, overpass, overreach, overgo, ... meer laten zien

Nederlands: langskomen, overdrijven, overtrekken, passeren, voorbijgaan, voorbijkomen, voorbijtrekken

3 go by

Be called; go by a certain name.

synoniem: go under.

4 go by

Be or act in accordance with.


zelfstandig naamwoord

Roget 702: cunning, craft; cunningness, craftiness etc. adj.; subtlety, artificiality; maneuvering etc. v.; temporization; circumvention.    chicane, ... meer laten zien

Vind elders meer over go by: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0507