- halve als werkwoord:
- 1
halve
werkwoord
1 halve
Divide by two; divide into halves.
Roget 91: bisect, halve, divide, split, cut in two, cleave dimidiate†, dichotomize. go halves, divide with. separate, fork, bifurcate; branch off, ... meer laten zien
Nederlands: halveren
Moby betekeniswoordenboek: amputate, apportion, ax, be partners in, bifurcate, bisect, branch, butcher, by two, carve, chop, cleave, cooperate, cut, cut away, cut in two, cut off, dichotomize, dimidiate, dissever ... meer laten zien.
Vind elders meer over halve: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
halving
zelfstandig naamwoord
Roget 91: bisection, bipartition; dichotomy, subdichotomy†; halving etc. v.; dimidiation†. bifurcation, forking, branching, ramification, divarication; fork, ... meer laten zien
Moby betekeniswoordenboek: Janus, ambiguity, ambivalence, bifidity, biformity, bifurcation, bipartition, bisection, branching, by two, conjugation, cutting in two, dichotomy, dimidiation, division, doubleness, doublethink, doubling, dualism, duality ... meer laten zien.
Vind elders meer over halving: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0535