Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

icing

zelfstandig naamwoord

1 icing

The formation of frost or ice on a surface.

synoniem: frost.

Nederlands: ijzel

2 icing

A flavored sugar topping used to coat and decorate cakes.

synoniemen: frosting, ice.

Nederlands: glazuur, glazuurlaag, glazuursel, suikerglazuur
Pools: polewa

3 icing

ice hockey The act of shooting the puck from within your own defensive area the length of the rink beyond the opponent's goal.

synoniem: icing the puck.


Moby betekeniswoordenboek: Jell-O, blancmange, bonus, candy, coating, comfit, compote, confection, confectionery, confiture, conserve, dividend, extra, extra added attraction, fringe benefit, frosting, gelatin, glaze, honey, jam ... meer laten zien.

Vind elders meer over icing: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0312