Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

oversupply

zelfstandig naamwoord

1 oversupply

The quality of being so overabundant that prices fall.

synoniemen: glut, surfeit.

Roget 641: redundancy, redundance; too much, too many; superabundance, superfluity, superfluence, saturation; nimiety, transcendency, exuberance, profuseness; profusion ... meer laten zien

Nederlands: overmaat, oververzadiging, landbouwoverschot
Pools: nadpodaż

werkwoord

1 oversupply

Supply with an excess of.

synoniemen: flood, glut.


Moby betekeniswoordenboek: avalanche, balance, be prodigal with, bonus, deluge, dividend, embarras de richesses, engulf, enough, extra, extravagance, extravagancy, flood, flood the market, gratuity, inundate, inundation, lagniappe, landslide, lavishness ... meer laten zien.

Vind elders meer over oversupply: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0453