Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

slander

zelfstandig naamwoord

1 slander

Words falsely spoken that damage the reputation of another.

Nederlands: laster
Pools: oszczerstwo, dyfamacja, potwarz, kalumnia, obmowa

2 slander

An abusive attack on a person's character or good name.

synoniemen: aspersion, calumny, defamation, denigration.

Roget 934: detraction, disparagement, depreciation, vilification, obloquy, scurrility, scandal, defamation, aspersion, traducement, slander, calumny, obtrectation, ... meer laten zien

Nederlands: belastering, geklets, geroddel, vuilspuiterij, kwatongerij, zwartmakerij, roddelpraat, roddel, diffamatie, kwaadsprekerij ... meer laten zien

werkwoord

1 slander

Charge falsely or with malicious intent; attack the good name and reputation of someone.

synoniemen: asperse, besmirch, calumniate, defame, denigrate, smear, smirch, sully.

Roget 934: detract, derogate, decry, deprecate, depreciate, disparage; run down, cry down; backcap [U.S.]; belittle; sneer at etc. (contempt) 930; ... meer laten zien

Nederlands: kleineren, denigreren, smaden, roddelen, kwaadspreken, vals beschuldigen, bekladden, belasteren, bezwadderen, lasteren ... meer laten zien


Moby betekeniswoordenboek: asperse, assail, attack, backbite, backbiting, backstabbing, barefaced lie, belie, belittlement, bitchiness, blackwash, calumniate, calumniation, calumny, cattiness, character assassination, consummate lie, damage, decry, defamation ... meer laten zien.

Vind elders meer over slander: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.038