Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

slavery

zelfstandig naamwoord

1 slavery

The state of being under the control of another person.

synoniemen: bondage, thraldom, thrall, thralldom.

Roget 686: exertion, effort, strain, tug, pull, stress, throw, stretch, struggle, spell, spurt, spirt; stroke of work, stitch of work.    ... meer laten zien

Roget 886: servility; slavery etc. (subjection) 749; obsequiousness etc. adj.; subserviency; abasement; prostration, prosternation; genuflection ... meer laten zien

Roget 749: subjection; dependence, dependency; subordination; thrall, thralldom, thraldom, enthrallment, subjugation, bondage, serfdom; feudalism, feudality; ... meer laten zien

Nederlands: onderworpen, tot slaaf gemaakt, knechtschap, lijfeigenschap, slavendienst, slavernij
Pools: niewola

2 slavery

The practice of owning slaves.

synoniem: slaveholding.

Nederlands: slavernij

3 slavery

Work done under harsh conditions for little or no pay.

Nederlands: slavenarbeid, slavenwerk


Moby betekeniswoordenboek: abjectness, absolutism, attendance, baseness, bond service, bondage, captivity, control, debt slavery, deprivation of freedom, dirty work, disenfranchisement, disfranchisement, domination, donkeywork, drudge, drudgery, employ, employment, enslavement ... meer laten zien.

Vind elders meer over slavery: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0359