Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

smatter

werkwoord

1 smatter

Work with in an amateurish manner.

synoniemen: dabble, play around.

Nederlands: liefhebberen

2 smatter

To talk foolishly.

synoniemen: babble, blather, blether, blither.

3 smatter

Speak with spotty or superficial knowledge.


Moby betekeniswoordenboek: babble, burst, cackle, chat, chatter, clack, few, fragment, gab, gas, handful, jaw, pash, prate, prattle, rive, scattering, shiver, smash, smattering ... meer laten zien.

Vind elders meer over smatter: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

smatterer

zelfstandig naamwoord

Roget 493: ignoramus, dunce; wooden spoon; no scholar.    [insulting terms for ignorant person:] (imbecility) 499 (folly) 501 moron, imbecile, idiot; fool, ... meer laten zien

Vind elders meer over smatterer: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0489