Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

transitive

zelfstandig naamwoord

1 transitive

A verb (or verb construction) that requires an object in order to be grammatical.

synoniemen: transitive verb, transitive verb form.

Nederlands: overgankelijk werkwoord, transitief werkwoord
Pools: transitivum, czasownik przechodni

bijvoeglijk naamwoord

1 transitive

Designating a verb that requires a direct object to complete the meaning.

Roget 111: transient, transitory, transitive; passing, evanescent, fleeting, cursory, short-lived, ephemeral; flying etc. v.; fugacious, ... meer laten zien


Moby betekeniswoordenboek: adjectival, adverbial, attributive, auxiliary, auxiliary verb, brittle, capricious, changeable, conjunctive, copula, copulative, correct, corruptible, deciduous, defective verb, deponent verb, dying, ephemeral, evanescent, fading ... meer laten zien.

Vind elders meer over transitive: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0338