Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

temporary

zelfstandig naamwoord

1 temporary

A worker (especially in an office) hired on a temporary basis.

synoniemen: temp, temporary worker.

Nederlands: hulpkracht, noodhulp, uitzendkracht

bijvoeglijk naamwoord

1 temporary

Not permanent; not lasting:
— Temporary housing.

synoniem: impermanent.

Roget 111: transient, transitory, transitive; passing, evanescent, fleeting, cursory, short-lived, ephemeral; flying etc. v.; fugacious, ... meer laten zien

Pools: czasowy, okresowy, tymczasowy, przejściowy

2 temporary

Lacking continuity or regularity:
— Employed on a temporary basis.

synoniem: irregular.


Moby betekeniswoordenboek: acting, ad hoc, ad interim, alternate, alternative, backup, band-aid, blue-collar worker, breadwinner, brittle, capricious, casual, casual laborer, changeable, common laborer, corruptible, counterfeit, dangerous, day laborer, deciduous ... meer laten zien.

Vind elders meer over temporary: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.1271