Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

diminish

werkwoord

1 diminish

Decrease in size, extent, or range.

synoniemen: decrease, fall, lessen.

Roget 32: be small etc. adj.; lie in a nutshell.    diminish etc. (decrease) 36; (contract) 195.   

Roget 36: decrease, diminish, lessen; abridge etc. (shorten) 201; shrink etc. (contract) 195; drop off, fall off, tail off; ... meer laten zien

Roget 38: subduct, subtract; deduct, deduce; bate, retrench; remove, withdraw, take from, take away; detract.    garble, mutilate, amputate, ... meer laten zien

Roget 195: become small, become smaller; lessen, decrease etc. 36; grow less, dwindle, shrink, contract, narrow, shrivel, collapse, wither, ... meer laten zien

Nederlands: achteruitlopen, afnemen, minderen, slabakken, teruglopen, verminderen

2 diminish

Lessen the authority, dignity, or reputation of.

synoniem: belittle.

Nederlands: afnemen


Moby betekeniswoordenboek: abase, abash, abate, abbreviate, ablate, abrade, abridge, abstract, abuse, adjust to, allay, alleviate, allow for, alter, anesthetize, appease, assuage, attemper, attenuate, bank the fire ... meer laten zien.

Vind elders meer over diminish: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0307