Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

gouge

zelfstandig naamwoord

1 gouge

An impression in a surface (as made by a blow).

synoniemen: dent, ding, nick.

Roget 262: perforator, piercer, borer, auger, chisel, gimlet, stylet, drill, wimble, awl, bradawl, scoop, terrier, corkscrew, ... meer laten zien

Pools: wgięcie, wgniecenie

2 gouge

And edge tool with a blade like a trough for cutting channels or grooves.

3 gouge

The act of gouging.

werkwoord

1 gouge

Force with the thumb:
— Gouge out his eyes.

synoniem: force out.

Roget 252: be concave etc. adj.; retire, cave in.    render concave etc. adj.; depress, hollow; scoop, scoop out; gouge, ... meer laten zien

2 gouge

Obtain by coercion or intimidation.

synoniemen: extort, rack, squeeze, wring.

3 gouge

Make a groove in.

synoniem: rout.

Nederlands: ritsen


Moby betekeniswoordenboek: alveolation, alveolus, auger, avulse, bandage, beat, bedazzle, beguile of, benight, bezel, bilk, bite, blackmail, bleed, bleed white, blind, blind the eyes, blindfold, bore, broach ... meer laten zien.

Vind elders meer over gouge: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0441