Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

hang up

werkwoord

1 hang up

Put a telephone receiver back in its cradle.

2 hang up

Cause to be hanging or suspended.

synoniem: hang.

Nederlands: uithangen, vastlopen, volhangen, hangen, neerhangen, ophangen

3 hang up

Interrupt a telephone conversation.


Moby betekeniswoordenboek: adjourn, afterthought, bind, block, blockade, blockage, blow up, bog down, bottleneck, bureaucratic delay, buzz, call, call up, catch, come to nothing, complex, compulsion, continue, cordon, curtain ... meer laten zien.

Vind elders meer over hang up: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0305