Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

laceration

zelfstandig naamwoord

1 laceration

A torn ragged wound.

Roget 44: disjunction, disconnection, disunity, disunion, disassociation, disengagement; discontinuity etc. 70; abjunction; cataclasm; inconnection; abstraction, abstractedness; ... meer laten zien

Pools: rana szarpana

2 laceration

The act of lacerating.

Pools: pokiereszowanie, pokaleczenie, poranienie


Moby betekeniswoordenboek: abrasion, abscission, amputation, blemish, break, burn, butchering, chafe, check, chip, chopping, clawing, cleavage, concussion, crack, crackle, craze, cruciation, crucifixion, cut ... meer laten zien.

Vind elders meer over laceration: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0302