Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

levee

zelfstandig naamwoord

1 levee

A formal reception of visitors or guests (as at a royal court).

Roget 72: assemblage; collection, collocation, colligation; compilation, levy, gathering, ingathering, muster, attroupement; team; concourse, conflux, congregation, ... meer laten zien

Roget 342: land, earth, ground, dry land, terra firma.    continent, mainland, peninsula, chersonese [Fr.], delta; tongue of land, neck of land; isthmus, oasis; ... meer laten zien

Roget 892: sociality, sociability, sociableness etc. adj.; social intercourse; consociation; intercourse, intercommunity; consortship, companionship, comradeship; clubbism; ... meer laten zien

2 levee

A pier that provides a landing place on a river.

3 levee

An embankment that is built in order to prevent a river from overflowing.


Moby betekeniswoordenboek: affair, arch dam, assemblee, assembly, assignation, at home, backstop, ball, bamboo curtain, bank, bar, barrage, barrier, bear-trap dam, beaver dam, berth, boom, brawl, breakwater, breastwork ... meer laten zien.

Vind elders meer over levee: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.041