Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

narrowing

zelfstandig naamwoord

1 narrowing

An instance of becoming narrow.

Roget 203: narrowness etc. adj.; closeness, exility; exiguity etc. (little) 193.    line; hair's breadth, finger's breadth; strip, streak, ... meer laten zien

Pools: zwężenie, przewężenie

2 narrowing

A decrease in width.

Nederlands: vernauwing
Pools: zawężenie

3 narrowing

The act of making something narrower.

Pools: zwężanie się

bijvoeglijk naamwoord

1 narrowing

Becoming gradually narrower.

synoniemen: tapered, tapering.

2 narrowing

of circumstances Tending to constrict freedom.

synoniemen: constricting, constrictive.


Moby betekeniswoordenboek: abbreviation, astriction, astringency, ban, bar, barring, blockade, bottleneck, boycott, cervix, circumscription, coarctation, compactedness, compaction, compression, compressure, concentration, condensation, confining, consolidation ... meer laten zien.

Vind elders meer over narrowing: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0213