Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

plop

zelfstandig naamwoord

1 plop

The noise of a rounded object dropping into a liquid without a splash.

werkwoord

1 plop

Drop something with a plopping sound.

2 plop

Drop with the sound of something falling into water.

3 plop

Set (something or oneself) down with or as if with a noise.

synoniemen: flump, plank, plonk, plump, plump down, plunk, plunk down.

Nederlands: neerploffen, neervallen, neerzakken, neerzinken

bijwoord

1 plop

With a short hollow thud:
— Plop came the ball down to the corner of the green.

synoniem: plunk.


Moby betekeniswoordenboek: abruptly, bang, blubber, boil, boil over, bubble, bubble over, bubble up, burble, cast, cave, cave in, chuck, clap, dash, decline, dive, droop, drop, effervesce ... meer laten zien.

Vind elders meer over plop: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0397