Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

total

zelfstandig naamwoord

1 total

The whole amount.

synoniemen: aggregate, sum, totality.

Roget 50: whole, totality, integrity; totalness etc. adj.; entirety, ensemble, collectiveness; unity etc. 87; completeness etc. ... meer laten zien

Nederlands: totaal, totaalbedrag

2 total

A quantity obtained by the addition of a group of numbers.

synoniemen: amount, sum.

Nederlands: som, totaal
Pools: suma

werkwoord

1 total

Add up in number or quantity.

synoniemen: add up, amount, come, number.

2 total

Determine the sum of.

synoniemen: add, add together, add up, sum, sum up, summate, tally, tot, tot up, tote up.

3 total

Damage beyond the point of repair.

bijvoeglijk naamwoord

1 total

Constituting the full quantity or extent; complete:
— A total failure.

synoniemen: entire, full.

Roget 50: whole, total, integral, entire; complete etc. 52; one, individual.    unbroken, intact, uncut, undivided, ... meer laten zien

2 total

Complete in extent or degree and in every particular:
— A total eclipse.
— A total disaster.

synoniem: full.

Pools: pełny, pełen


Moby betekeniswoordenboek: absolute, account, accumulative, across-the-board, add, add up, add up to, addend, admitting no exception, aggregate, aggregate to, all, all-comprehending, all-comprehensive, all-covering, all-embracing, all-encompassing, all-filling, all-including, all-inclusive ... meer laten zien.

Vind elders meer over total: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.053