Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

snack

zelfstandig naamwoord

1 snack

A light informal meal.

synoniemen: bite, collation.

Roget 32: smallness etc. adj.; littleness etc. (small size) 193; tenuity; paucity; fewness etc. (small number) 103; meanness, ... meer laten zien

Roget 298: eating etc. v.; deglutition, gulp, epulation, mastication, manducation, rumination; gluttony etc. 957.    [eating specific foods] ... meer laten zien

Nederlands: hap, hapje, knabbeltje, snack, tussendoortje, versnapering

werkwoord

1 snack

Eat a snack; eat lightly:
— She never loses weight because she snacks between meals.

synoniem: nosh.


Moby betekeniswoordenboek: bait, bit, bite, butt, chip, chunk, clip, clipping, collation, collop, crumb, cut, cutting, dollop, elevenses, end, fragment, gob, gobbet, hunk ... meer laten zien.

Vind elders meer over snack: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0438