Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

stealing

zelfstandig naamwoord

1 stealing

The act of taking something from someone unlawfully.

synoniemen: larceny, theft, thievery, thieving.

Roget 775: acquisition; gaining etc. v.; obtainment; procuration, procurement; purchase, descent, inheritance; gift etc. 784.    recovery, ... meer laten zien

Roget 791: stealing etc. v.; theft, thievery, latrociny, direption; abstraction, appropriation; plagiary, plagiarism; autoplagiarism; latrocinium.    spoliation, ... meer laten zien

Nederlands: dieverij, diefstal
Pools: przywłaszczenie

2 stealing

Avoiding detection by moving carefully.

synoniem: stealth.

Nederlands: heimelijkheid


Moby betekeniswoordenboek: abstraction, all fours, annexation, appropriation, blackmail, boodle, boosting, booty, burglary, conversion, conveyance, crawl, crawling, creep, creeping, doggo, embezzlement, filching, fraud, furtive ... meer laten zien.

Vind elders meer over stealing: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0577