Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

tang

zelfstandig naamwoord

1 tang

A tart spicy quality.

synoniemen: nip, piquance, piquancy, piquantness, tanginess, zest.

Roget 663: bane, curse; evil etc. 619; hurtfulness etc. (badness) 649; painfulness etc. (cause of pain) 830; scourge ... meer laten zien

2 Tang

The imperial dynasty of China from 618 to 907.

synoniem: Tang dynasty.

3 tang

The taste experience when a savoury condiment is taken into the mouth.

synoniemen: flavor, flavour, nip, relish, sapidity, savor, savour, smack.

Roget 390: taste, flavor, gust, gusto, savor; gout, relish; sapor, sapidity; twang, smack, smatch; aftertaste, tang.    ... meer laten zien

Nederlands: smaakstof, smaak, bijsmaak, nasmaak, smaakje

4 tang

A common rockweed used in preparing kelp and as manure.

synoniemen: black rockweed, bladder fucus, bladderwrack, Fucus vesiculosus.

Pools: morszczyn pęcherzykowaty

5 tang

Brown algae seaweed with serrated edges.

synoniemen: Fucus serratus, serrated wrack.

6 tang

Any of various coarse seaweeds.

synoniem: sea tang.

7 tang

Any of various kelps especially of the genus Laminaria.

synoniem: sea tangle.


Moby betekeniswoordenboek: aftertaste, aroma, attribute, badge, beesting, bite, bitter, brand, briskness, cachet, cast, character, characteristic, configuration, cut, dab, dart, differentia, differential, distinctive feature ... meer laten zien.

Vind elders meer over tang: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0478