tot
zelfstandig naamwoord
1 tot
A small amount (especially of a drink).
2 tot
A young child.
synoniemen: bambino, toddler, yearling.
Nederlands: kleuter, peuter, dreumes, dreutel, hummel, kabouter, keutel, kruimel, krummel, puk ... meer laten zien
Pools: maluch, berbeć, bąbel, dziecina, mikrus, brzdąc, szkrab, maleństwo, dzieciaczek, malec ... meer laten zien
werkwoord
1 tot
Determine the sum of.
synoniemen: add, add together, add up, sum, sum up, summate, tally, tot up, total, tote up.
Moby betekeniswoordenboek: add, bairn, beverage, bumper, cast, cherub, child, chit, darling, draft, dram, drench, drink, drop, figure, foot, gulp, guzzle, innocent, jolt ... meer laten zien.
Vind elders meer over tot: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
tote
zelfstandig naamwoord
1 tote
A capacious bag or basket.
synoniemen: carryall, holdall, tote bag.
Nederlands: rugzak, sporttas, boodschappentas, zak, tas
werkwoord
1 tote
Carry with difficulty.
Nederlands: meesjouwen, meeslepen, meesleuren, meetrekken, meezeulen, rondsjouwen, rondslepen, sjouwen, torsen, zeulen
Moby betekeniswoordenboek: add, add up, aggregate, all, be-all and end-all, bear, buck, carry, cart, cast, compute, conduct, convey, entirety, ferry, figure, fly, foot, freight, gross ... meer laten zien.
Vind elders meer over tote: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0453