Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

bankrupt

zelfstandig naamwoord

1 bankrupt

Someone who has insufficient assets to cover their debts.

synoniem: insolvent.

Roget 808: nonpayment; default, defalcation; protest, repudiation; application of the sponge; whitewashing.    insolvency, bankruptcy, failure; insufficiency etc. 640; run upon a bank; ... meer laten zien

Roget 732: failure; nonsuccess, nonfulfillment; dead failure, successlessness; abortion, miscarriage; brutum fulmen etc. 158 [Lat.]; labor in vain etc. (inutility) 645; ... meer laten zien

Pools: bankrut

werkwoord

1 bankrupt

Reduce to bankruptcy.

synoniemen: break, ruin, smash.

bijvoeglijk naamwoord

1 bankrupt

Financially ruined:
— A bankrupt company.

synoniem: belly-up.

Roget 732: unsuccessful, successless; failing, tripping etc. v.; at fault; unfortunate etc. 735.    abortive, addle, stillborn; fruitless, ... meer laten zien

Roget 808: not paying, non-paying, non-performing; in debt etc. 806; behindhand, in arrear, behind in payments, in arrears; beggared etc. (poor) 804; ... meer laten zien


Moby betekeniswoordenboek: almsman, almswoman, also-ran, ausgespielt, bankrupt in, bare, bare of, beggar, bereft of, blasted, blighted, break, broke, broken, bust, busted, casual, charity case, denudate, denude ... meer laten zien.

Vind elders meer over bankrupt: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0406