Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

bloat

zelfstandig naamwoord

1 bloat

Swelling of the rumen or intestinal tract of domestic animals caused by excessive gas.

werkwoord

1 bloat

Become bloated or swollen or puff up.

Nederlands: opblazen, uitdeinen, zwellen

2 bloat

Make bloated or swollen.


Moby betekeniswoordenboek: accrue, accumulate, add to, advance, aggrandize, amplify, appreciate, augment, balloon, bloatedness, bloating, blotter, blow up, blowing up, boom, boozehound, boozer, breaking point, breed, broaden ... meer laten zien.

Vind elders meer over bloat: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

bloated

bijvoeglijk naamwoord

Roget 194: expanded, etc. v.; larger, etc. (large) etc. 192; swollen; expansive; wide open, wide spread; flabelliform; overgrown, ... meer laten zien

Roget 243: distorted etc. v.; out of shape, irregular, asymmetric, unsymmetric, awry, wry, askew, crooked; not true, not straight; on one side, ... meer laten zien

Roget 250: convex, prominent, protuberant, projecting etc. v.; bossed, embossed, bossy, nodular, bunchy; clavate, clavated, claviform; ... meer laten zien

Moby betekeniswoordenboek: accelerated, adipose, aggrandized, amplified, arrogant, augmented, bagging, baggy, ballooning, bandy, bandy-legged, beefed-up, beefy, bellying, big-bellied, billowing, billowy, blemished, bloated with pride, blown up ... meer laten zien.

Vind elders meer over bloated: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0823