Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

voucher

zelfstandig naamwoord

1 voucher

Someone who vouches for another or for the correctness of a statement.

synoniem: verifier.

Roget 467: evidence; facts, premises, data, praecognita [Lat.], grounds.    indication etc. 550; criterion etc. (test) 463.    testimony, ... meer laten zien

Roget 550: indication; symbolism, symbolization; semiology, semiotics, semeiology, semeiotics; Zeitgeist.    [means of recognition: property] characteristic, diagnostic; lineament, feature, ... meer laten zien

Roget 771: security; guaranty, guarantee; gage, warranty, bond, tie, pledge, plight, mortgage, collateral, debenture, hypothecation, ... meer laten zien

Roget 807: payment, defrayment; discharge; acquittance, quittance; settlement, clearance, liquidation, satisfaction, reckoning, arrangement.    acknowledgment, release; receipt, ... meer laten zien

Nederlands: controleur, verificateur

2 voucher

A document that serves as evidence of some expenditure.

Pools: czek podróżny, voucher

3 voucher

A negotiable certificate that can be detached and redeemed as needed.

synoniem: coupon.

Nederlands: reçu, (tegoed)bon, bon, cadeaubon, distributiebon, distributiebonnen, geschenkbon, plakzegel, reductiebon, vrijkaart ... meer laten zien
Pools: bon, talon


Moby betekeniswoordenboek: CD, IOU, MO, acceptance, acceptance bill, acknowledgment, acquittance, advocacy, advocating, advocation, affidavit, attestant, attestation, attestator, attester, authority, authorization, bank acceptance, bank check, bill ... meer laten zien.

Vind elders meer over voucher: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0423