Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

certify

werkwoord

1 certify

Provide evidence for; stand as proof of; show by one's behavior, attitude, or external attributes.

synoniemen: attest, demonstrate, evidence, manifest.

Roget 467: be evidence etc. n.; evince, show, betoken, tell of; indicate etc. (denote) 550; imply, involve, ... meer laten zien

Roget 535: assert; make an assertion etc. n.; have one's say; say, affirm, predicate, declare, state; protest, profess.    put forth, ... meer laten zien

Nederlands: betogen, demonstreren, manifesteren

2 certify

Guarantee payment on; of checks.

3 certify

Authorize officially.

synoniemen: licence, license.

Nederlands: toekennen, vergunning

4 certify

Guarantee as meeting a certain standard.

synoniemen: endorse, indorse.

5 certify

Declare legally insane.


Moby betekeniswoordenboek: OK, accept, accredit, acknowledge, affirm, allege, amen, and candle, approve, ascertain, assert, assert under oath, asseverate, assure, attest, authenticate, authorize, autograph, aver, avouch ... meer laten zien.

Vind elders meer over certify: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0427