Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

concomitant

zelfstandig naamwoord

1 concomitant

An event or situation that happens at the same time as or in connection with another.

synoniemen: accompaniment, attendant, co-occurrence.

Roget 88: accompaniment; adjunct etc. 39; context; appendage, appurtenance.    coexistence, concomitance, company, association, companionship; partnership, copartnership; ... meer laten zien

Nederlands: begeleidingsverschijnsel

bijvoeglijk naamwoord

1 concomitant

Occurring with or following as a consequence.

synoniemen: accompanying, attendant, collateral, consequent, ensuant, incidental, resultant, sequent.

Roget 88: accompanying etc. v.; concomitant, fellow, twin, joint; associated with, coupled with; accessory, attendant, obbligato.   

Roget 120: synchronous, synchronal, synchronic, synchronical, synchronistical; simultaneous, coexisting, coincident, concomitant, concurrent; coeval, coevous; contemporary, contemporaneous; ... meer laten zien


Moby betekeniswoordenboek: accession, accessory, accompaniment, accompanying, accordant, addenda, addendum, additament, addition, additive, additory, additum, adjunct, adjuvant, agreeing, annex, annexation, appanage, appendage, appendant ... meer laten zien.

Vind elders meer over concomitant: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0538