Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

appendage

zelfstandig naamwoord

1 appendage

An external body part that projects from the body.

synoniemen: extremity, member.

Roget 88: accompaniment; adjunct etc. 39; context; appendage, appurtenance.    coexistence, concomitance, company, association, companionship; partnership, copartnership; ... meer laten zien

Nederlands: lid

2 appendage

A natural prolongation or projection from a part of an organism either animal or plant.

synoniemen: outgrowth, process.

Roget 65: sequel, suffix, successor; tail, queue, train, wake, trail, rear; retinue, suite; appendix, postscript; ... meer laten zien

Pools: wyrostek

3 appendage

A part that is joined to something larger.

Nederlands: appendix, bijvoegsel, aanhangsel


Moby betekeniswoordenboek: accession, accessories, accessory, accident, accidental, accompaniment, addenda, addendum, additament, addition, additive, additory, additum, adherent, adjunct, adjuvant, annex, annexation, appanage, appanages ... meer laten zien.

Vind elders meer over appendage: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0436